Verkenning van de effecten van toenemende beregening uit grondwater als gevolg van klimaatverandering en uitbreiding beregenings-areaal en mogelijke compenserende maatregelen in Oost-Nederland
SAMENVATTENDE CONCLUSIE
Doelstelling: Inzichtelijk maken van eventuele verwachte structurele effecten van de maatregel beregening op het grondwatersysteem in een toekomstige situatie bij een klimaatscenario W+.
Aan de hand van de verwachte klimaateffecten is het aannemelijk dat de huidige beregeningsbehoefte groeit. De effecten van waterbesparende maatregelen (precisie-beregening, pivot, druppelirrigatie enz.) op het grondwatersysteem zijn beperkt (5-10%). De resultaten van deze studie geven aan dat naar verwachting de effecten van uitbreiding van beregening in veel gebieden in Rijn-Oost, een structureel negatief effect hebben op het grondwatersysteem. Zowel op de verlaging van de grondwaterstand (2-3 cm) als een vermindering van de kwel (meer van 3 mm/jaar). Als gevolg van het blijvende neerslagoverschot is echter geen structurele dalende trend waar te nemen omdat het watersysteem zich in de winterperiode weer aan zal vullen.
Met name na droge winters zijn de tijdelijke effecten van beregening groter vanwege onvoldoende aanvulling. In specifieke gebieden kunnen alternatieve maatregelen (Peilgestuurde drainage, wateraanvoer of verhoging van het organische stofgehalte) de beregeningsvraag verkleinen, waarbij sub- infiltratie via water aanvoer het grootste effect heeft.
Zie rapport. Optimalisatie beregening ZON laatste definitief juli 2015