Toekomstige beleids- en beheermonitoring
Toekomstige beleids- en beheermonitoringDe provincies zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de beleidsmonitoring en zullen de gegevens gebruiken voor de evaluatie van de effectiviteit en de efficiëntie van het nieuwe agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Op dit moment stelt BIJ12 hiervoor een monitorings- en evaluatiesystematiek op.
Deze beleidsmonitoring is gericht op de vraag in hoeverre het agrarisch natuurbeheer bijdraagt aan de staat van instandhouding van de doelsoorten van het beleid. Door deskundigen van Ravon, Sovon, Vlinderstichting, Werkgroep Grauwe Kiekendief en de Zoogdiervereniging wordt samen met het CBS en het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM) een meetnet ontworpen dat antwoord geeft op de volgende vragen:
- Hoe is de ontwikkeling in aantal en verspreiding van de doelsoorten in de vier leefgebieden – open akker, open grasland en droge en natte dooradering – in de verschillende provincies?
- Hoe is de ontwikkeling in aantal en verspreiding van de doelsoorten in de verschillende kerngebieden in de leefgebieden?
- Is er verschil in de ontwikkeling in aantal en verspreiding van de doelsoorten tussen de leefgebieden met en zonder agrarisch natuurbeheer?
Ook is informatie nodig voor een evaluatie van de uitvoering van het beheer. De daarvoor benodigde beheermonitoring werkt SCAN uit voor de collectieven. Deze monitoring moet aanwijzingen geven voor aanpassingen in het beheer (inhoud en situering), zowel tijdens het seizoen als van jaar op jaar. Er worden drie monitoringsprotocollen uitgewerkt voor weidevogels, akkervogels en elementen in droge en natte dooradering, zoals houtige landschapselementen resp. sloten en poelen. Die bestaan uit een combinatie van kwaliteitsschouw en selecte inventarisaties.
Waar mogelijk worden beleids- en beheermonitoring op elkaar afgestemd, zodat ze elkaar versterken. Gegevens die nu worden verzameld bij het weidevogelbeheer zijn prima geschikt om het beheer gedurende het seizoen bij te sturen, maar niet voor het bepalen van statistisch betrouwbare trends van vogels van open grasland.
Citaat uit artikel geschreven door Adriaan Guldemond en Wouter van der Weijden uit het Vakblad Natuur Bos Landschap mei 2015