Lichtere grondbewerking leidt niet tot opbrengstverschil mais in Fries veenweidegebied
Boeren zoeken naar alternatieve maisteelt
Met lichte grondbewerking kan evenveel mais van een hectare worden gehaald als met diepere grondbewerking in het Friese veenweidegebied. Dat is de eerste voorzichtige conclusie na een jaar uit de demonstratie van maisteelt op veen in Aldeboarn, uitgevoerd door Wageningen University & Research en Aequator Groen & Ruimte.
Op het loonwerkbedrijf en melkveehouderij Brak in Aldeboarn voeren Wageningen UR en Aequator Groen & Ruimte sinds mei vorig jaar een demonstratie uit met mais en gras, zaaitechnieken en lichtere en diepe grondbewerkingen rond het effect van maisteelt op de bodem in het veenweidegebied.
‘Als de grond wordt losgemaakt tijdens de grondbewerking, komt er zuurstof bij. Door minimale bewerking brengen we minder zuurstof in de bodem en verwachten we minder veenafbraak en dus bodemdaling’, legt John Verhoeven van Wageningen University & Research uit.
‘We onderzoeken hoe we met minimale grondbewerking goede opbrengsten kunnen halen en de bodemdaling kunnen beperken tot het niveau van regulier grasland.’
Angst
Boeren vrezen lagere opbrengsten door minder diepe grondbewerkingen. De angst dat met alternatieve vormen van grondbewerking een lagere maisopbrengst wordt gehaald dan met ploegen, lijkt met de eerste uitkomsten niet reëel, stellen de onderzoekers. Maar ook de vrees dat het grondwaterstand sterk zakt onder mais lijkt onterecht. ‘Mais gaat efficiënter om met water en zakt minder snel weg dan gras’, geven ze aan.
Dat beamen Anthony en Gerrit Brak die in maatschap een loonwerkbedrijf en melkveehouderij hebben in Aldeboarn. Zij telen al veertig jaar mais in het veenweidegebied. ‘Mais onttrekt weinig vocht. In droge zomers hebben we daardoor een relatief betere opbrengst van mais dan van gras’, stelt Anthony.
Aanvankelijk werd het vreemd gevonden dat de broers in het hart van het Friese veenweidegebied mais gingen telen. ‘Mais telen in Aldeboarn was volgens sommige collega’s onmogelijk. Wij wilden dingen proberen en de EU-premie die op mais zat stimuleerde dat. Natuurlijk is er wel eens een minder jaar qua opbrengst. Maar met het inkuilen heb je ook weleens maar een halve wagen vol. Daar hoor je niemand over. En als het hier niet zo goed lukt, lukt het ook niet op de zandgronden’, stellen de broers. Waar ze in de beginjaren 2 hectare mais in hun bouwplan hadden, is dat nu 17 hectare.
Politiek en maatschappij zijn kritisch over mais op veen, geeft projectleider Truus Steenbruggen van de provincie Fryslân aan. Enerzijds wordt verondersteld dat de maisteelt het organischestofgehalte van de bodem uitput en dat de oogst in het najaar voor bodemverdichting en insporing zorgt. Anderzijds wordt gesteld dat de kerende grondbewerking de veenoxidatie en maaivelddaling versnelt.
Een verbod op die kerende grondbewerking is een terugkerend onderwerp van Provinciale Staten. Een motie voor een dergelijk verbod werd onlangs nog ingediend, maar weer ingetrokken nadat gedeputeerde Sietske Poepjes toezegde dat de provincie een moreel appel op de agrarische sector in het veenweidegebied doet, om af te stappen van de traditionele kerende grondbewerking.
Met de proeven in Aldeboarn zoekt de provincie samen met de sector naar alternatieve teeltsystemen met minder grondbewerking. ‘Verduurzaming van de maisteelt is de beste garantie dat de boer ook in de toekomst mais op veen kan blijven telen’, zegt Steenbruggen.
Noodzakelijk
Boeren zien mais als noodzakelijk gewas in het veenweidegebied. ‘Alternatieven van mais brengen minder op. Daarvoor moet je ook in de bodem roeren’, stelt Gertjan Holshof van Wageningen Livestock Research.
Voor de broers Brak is mais een mooie aanvulling op het rantsoen. ‘Het heeft een hoge voederwaarde. Wanneer we het ergens anders moeten halen, leidt dat tot meer transportkosten.’
Het onderzoek wordt volgend jaar herhaald. ‘Vorig jaar was een uitstekend maisjaar, daarom is het belangrijk om het onderzoek te herhalen’, aldus de onderzoekers.
‘Kleine teelt valt op’
De maisteelt in het Friese veenweidegebied is klein. Dat stelt onderzoeker Gertjan Holshof van Wageningen Livestock Research. In 2012 ging het om 7 procent van de beteelde oppervlakte op veen in Friesland, vier jaar later was dat gedaald naar 5 procent. Het gaat om een totaaloppervlakte van 3.360 hectare in 2016. In dat jaar lag het aantal op 2.077 hectare. Mais wordt vooral verbouwd in wisselteelt met tijdelijk grasland; het gaat niet ten koste van het blijvende grasland.
Volgens loonwerker Anthony Brak leidt de geringe verbouw van mais juist voor veel (negatieve) aandacht voor de teelt. ‘Een maisperceel tussen de graslanden valt erg op. Je ziet het al van ver.’
Bron: Nieuwe Oogst, 24 februari 2018 Tienke Wouda