Met een aantal boeren uit het Oldambt worden natuurinclusieve maatregelen in praktijk getest, wetenschappelijk onderbouwd en doorontwikkeld. De maatregelen zijn gericht op toepassing van mengteelten, inpassing van leguminosen in het bouwplan en inzet van meer organische mest op het bedrijf. Er wordt onderzocht wat de effecten van deze maatregelen zijn op biodiversiteit, bedrijfseconomische haalbaarheid en inpasbaarheid in bedrijfsvoering en/of nieuwe GLB.
1. Ontwikkeling en inpassing van een mengteelt in het bouwplan met focus op grasklaver als een mogelijke bodemopbouwende, biodiversiteitsstimulerende en duistonderdrukkende maatregel.
Akkerbouwers in het Oldambt hebben veel last van duist en andere onkruiden. Grasklaver kan een oplossing zijn voor de duistproblematiek. Een meerjarig, grondbedekkend gewas als grasklaver (en mogelijk ook andere teelten) kan een belangrijke en onkruidonderdrukkende rol hebben. Om die reden wordt op dit bedrijf een tweejarige veldproef met grasklaver aangelegd om de effecten van grasklaver als onkruidonderdrukker te onderzoeken. Mogelijk kan de teelt van een dergelijk onkruidonderdrukkend gewas de inzet van niet-kerende grondbewerking verhogen.
2. Inbedding van een leguminoos in het bouwplan (winterveldboon) als een alternatief voor wintertarwe en eiwitbron voor de dierhouderij.
De opbrengstniveau’s van winterveldbonen blijken sterk te schommelen. Het vermoeden bestaat dat hierin de aanwezigheid en diversiteit van bestuivers een belangrijke rol speelt. Er is nog maar weinig kennis ontwikkeld over hoe schommelingen in deze populaties bestuivers de bestuiving en opbrengst beïnvloeden. Door gericht maatregelen te nemen, zouden akkerbouwers hun oogstzekerheid kunnen vergroten en tegelijkertijd werken aan een meer natuurinclusief landbouwsysteem. Het zaaien van bloemen in het spuitspoor of tussendoor kan mogelijk extra bestuivers en natuurlijke plaagbestrijders aantrekken. De vraag is in hoeverre het mogelijk is om de teelt van een eiwitgewas te combineren met gewassen die plaagonderdrukkende insecten aantrekken. De tweejarige veldproef moet hier uitsluitsel over geven.
3. Inzet van organische mest
Er is tot dusver weinig inzicht in de effectiviteit van een natuurinclusieve maatregel als de toepassing van meer organische mest (rund, kip, varken) in termen van opbrengst, structurele bodemopbouw, kosten en baten. Om die reden wordt er op het bedrijf een tweejarige veldproef aangelegd om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van meer organische mest (rund, kip, varken) op het organische stofgehalte en diversiteit in de bodem, de haalbaarheid en praktische uitvoerbaarheid.
Meer informatie: Francine Pacilly, emailadres fpacilly@aequator.nl
Het project Bodem, Biodiversiteit & Regio Natuurinclusief willen en kunnen; onderbouwen van pioniersmaatregelen wordt uitgevoerd door Aequator Groen & Ruimte, het Louis Bolk Instituut en ANOG (Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen).
De looptijd van het project: 1-1-2019 tot 31-12-2021
Financiering
Financiers zijn de Provincie Groningen, en de EU:
“Dit project wordt gefinancierd uit het Programma voor Plattelandsontwikkeling 2014-2020 voor Nederland (POP3). Dit programma wordt deels gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO).
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.”
https://ec.europa.eu/agriculture/rural-development-2014-2020_nl