We beginnen het groeiseizoen in de meeste gebieden zonder enige regen van betekenis. Dat houdt in dat er aandacht besteed moet worden aan (het stimuleren van) de beworteling en vooral de bewortelingsdiepte.
In droge grond wordt de wortelgroei beperkt, nog voordat we bovengronds iets merken van droogtestress. Dat is extra problematisch omdat diepe beworteling er juist voor kan zorgen dat het gewas minder snel last heeft van vochttekort. Beregenen is alleen effectief voor de beworteling als er voldoende water wordt gegeven zodat de hele bodemlaag die beworteld zou kunnen worden ook weer vocht bevat. Bij oppervlakkige beregening kan de beworteling ook oppervlakkig worden, waardoor de droogtegevoeligheid toeneemt.
Bodemvocht is niet de enige factor die invloed heeft op de beworteling. Een relatief lage voedingstoestand van N en P leidt tot betere beworteling, doordat de plant op zoek moet naar voedingsstoffen. Als de bodem echter te arm is, heeft de plant niet genoeg kracht voor wortelgroei. Ook als de bodem te zuur is of een verdichte laag heeft wordt de beworteling beperkt.
Een actief bodemleven draagt ook bij aan een betere vochthuishouding. Zo zorgen verschillende soorten regenwormen voor diepe gangen die door planten gebruikt kunnen worden als wortelgangen waardoor de planten ook vocht en voedingsstoffen uit de diepere bodem kunnen benutten.
Voor grasland is manier van maaien en beweiden van groot belang. Vaak en kort maaien of beweiden leidt tot minder beworteling. In de aar schieten van het gewas leidt ook tot minder diepere beworteling.
Voor bouwland geldt dat de groenbemester vroeg moet worden vernietigd en dat het zaaibed fijn en ondiep moet worden aangemaakt.
Kijk voor meer adviezen over bodemverdichting, bodemleven (zoals regenwormen) en droogtegevoeligheid eens verder rond op onze website of neem contact met ons op via 088-4262422 of aequator@aequator.nl