Zuinig zijn op de bodem lijkt soms te wringen met grootschalig werken. Dit zegt Dirk Johan Feenstra van Projecten LTO Noord. Met het project Bodemverdichting Groningen wil hij het gesprek over bodemverdichting tussen boer en loonwerker op gang brengen.
Van veel percelen is de ondergrond verdicht, zowel bij de akkerbouw als de veehouderij. Dit blijkt uit onderzoek van Aequator Groen & Ruimte en Hogeschool Van Hall Larenstein naar bodemverdichting in Groningen, Friesland en Drenthe.
Artikel Berrie Klein Swormink Nieuwe Oogst 21 maart 2020
Zuinig zijn op de bodem lijkt soms te wringen met grootschalig werken. Dat zegt Dirk Johan Feenstra van Projecten LTO Noord. Met het project Bodemverdichting Groningen wil hij het gesprek over bodemverdichting tussen boer en loonwerker op gang brengen. ‘Als een loonwerker met een grote zware machine bij een boer komt, leidt dat soms tot opmerkingen over de gevolgen voor de bodem. Tegelijkertijd wil de boer wel veel capaciteit’, zegt Feenstra. Van veel percelen is de ondergrond verdicht, zowel bij de akkerbouw als de veehouderij. Dit blijkt uit onderzoek van Aequator Groen & Ruimte en Hogeschool Van Hall Larenstein naar bodemverdichting in Groningen, Friesland en Drenthe.
‘Belangrijk doel in ons project is om het gesprek tussen boer en loonwerker op gang te brengen. Bewerkingen met machines, in combinatie met de bodemomstandigheden, vormen een belangrijke factor bij bodemverdichting’, aldus Feenstra. Aan het Groninger project doen drie loonwerkers met ieder twee klanten mee. De loonwerkers Speelman-Feunekes in Alteveer, Wieringa in Bedum en Stuut in Zevenhuizen en deelnemende boeren voeren ‘boerenexperimenten’ uit. Feenstra: ‘Geen wetenschappelijk onderzoek, maar praktische methodes om bodemverdichting op te heffen en te voorkomen.’ Akkerbouwer Hendrik Luth in Wedde is al langer bezig met het zoeken naar mogelijkheden om bodemverdichting te voorkomen. ‘Project Bodemverdichting Groningen sluit nauw aan op een project dat ikzelf heb opgezet om te onderzoeken wat de samenhang is tussen bodemverdichting en bodemleven’, vertelt Luth. De akkerbouwer is blij met de praktische benadering van Bodemverdichting Groningen, omdat de theorie soms botst met de agrarische praktijk. ‘Als je gewas geoogst moet worden, is er niet altijd tijd om te wachten op de ideale omstandigheden om met oogstmachines het land op te gaan.’
De boerenexperimenten die Luth gaat uitvoeren in het project zijn geconcentreerd rond de oogst van bieten. ‘We onderzoeken of we bieten kunnen blijven oogsten met twaalfrijige bietenrooiers zonder bodemverdichting te veroorzaken.’ Luth is van plan om een twaalfrijige bietenrooier uit te rusten met nieuwe banden die geschikt zijn om op het land te rijden met 1 tot 1,2 bar druk. Een ander experiment is het gebruik van een zogenoemde overlaadwagen, ook op lagedrukbanden. En in een derde experiment wordt een trekker met kippercombinatie uitgerust met een drukwisselsysteem waardoor de trekker en kipper op het land ook met minder dan 1,2 bar kunnen rijden. Luth: ‘Volgens de theorie is het zo mogelijk om bodemverdichting te voorkomen. Nu is het afwachten of dat in de praktijk ook zo is. Dat meet Van Hall Larenstein.’ www.projectenltonoord.nl