In Nederland wordt op verschillende plaatsen grondwater opgepompt voor drinkwaterwinning. In de Achterhoek, bij Hengelo, ligt het grondwaterpompstation ’t Klooster waar ca. 5 miljoen kuub water per jaar wordt onttrokken aan de bodem. De winning is sinds de jaren zestig actief en veroorzaakt in het gebied rondom de winning droogteschade aan o.a. landbouwgewassen. De AdviesCommissie Schade Grondwater van BIJ12 (ACSG) voert op verzoek van de provincie Gelderland onderzoek uit naar de schade aan landbouwgewassen als gevolg van de drinkwaterwinning.
Een belangrijke pijler onder de droogteschaderegeling is de actuele toestand van de bodem en grondwaterspiegeldiepte. Van het gebied rondom de winning zijn in het verleden (1974 en 1992) gedetailleerde bodemkaarten gemaakt en de verwachting is dat de bodemopbouw in dit zandgebied weinig of niet veranderd zal zijn. De grondwaterspiegeldiepte kan echter wel zijn veranderd. Met behulp van hydrologische modellen is de huidige grondwatersituatie in beeld gebracht. Om te beoordelen of deze modellen de situatie in het veld goed weergeven laat de ASCG waarnemingen in het veld uitvoeren, waarbij de huidige bodemopbouw en de grondwaterspiegeldiepte door veldbodemkundigen wordt beschreven. Daarnaast wordt in open boorgaten de grondwaterspiegeldiepte gemeten die gebruikt wordt om de gemiddeld kleinste grondwaterspiegeldiepte (GHG), de gemiddeld grootste grondwaterspiegeldiepte (GLG) en de grondwaterspiegeldiepte in het voorjaar (GVG) te berekenen (samen de GXG). Wij nemen de grondwaterspiegeldiepte die relevant is voor gewasgroei dus direct waar, terwijl bij hydrologische modellen een grondwaterstand t.o.v. NAP wordt berekend die met behulp van een digitaal hoogtemodel (AHN) moet worden omgerekend naar een grondwaterspiegeldiepte.
Aequator Groen + Ruimte heeft in de periode tussen november 2022 en juli 2023 samen met Wageningen Environmental Research (WENR) de gegevens in het veld verzameld om actualiteit van de gedetailleerde bodemkaart uit 1974 te toetsen en om de GXG op 105 locaties in het gebied te berekenen. De locaties waar de metingen zijn uitgevoerd zijn van te voren zorgvuldig uitgekozen, waarbij we rekening hebben gehouden met zogenoemde spreiding in de eigenschappenruimte, wat wil zeggen dat we rekening hebben gehouden met verschillen in de bodemopbouw, de oorspronkelijke grondwaterdynamiek en de verlaging van de grondwaterspiegel als gevolg van de grondwateronttrekking.
Deze maand leveren we de resultaten op aan onze opdrachtgever. Aan de bodem is niet veel veranderd. Er komen in het gebied alleen zandgronden voor die variëren in dikte van de humushoudende bovengrond; hier is sinds 1974 hoegenaamd niets aan veranderd. De GXG is echter dieper geworden.
We kunnen terugkijken op een mooie samenwerking met WENR en zien uit naar toekomstige projecten waarin we samen elkaar kunnen versterken en zo meer inzicht kunnen verschaffen in de actuele bodemkenmerken die zo belangrijk zijn om effecten in de waterhuishouding te kunnen beoordelen.