PAS
In Nederland zijn 118 van de 160 Natura 2000-gebieden gevoelig voor stikstofdepositie veroorzaakt door industrie, verkeer en landbouw. Vanwege negatieve effecten van stikstofdepositie op de doelstellingen van de Natura 2000-gebieden liep vóór 2015 de vergunningverlening voor economische activiteiten vast. In dit kader is in juli 2015 de Programmatische Aanpak Stikstof ingevoerd. Hierin worden bronmaatregelen uitgevoerd om uitstoot te verminderen bij agrarische bedrijven, gecombineerd met herstelmaatregelen in de natuurgebieden om het effect van de aanwezige stikstof te verminderen. Hierdoor ontstaan weer ruimte die voor de helft mag worden ingevuld door nieuwe ontwikkelingen. Deze zogenoemde ontwikkelingsruimte wordt vanaf de start van de PAS in 2015 geleidelijk uitgegeven gelijktijdig met het uitvoeren van bron- en herstelmaatregelen. Vanwege deze manier van ruimte uitgeven is het wenselijk om zo vroegtijdig mogelijk inzicht te krijgen in het effect van herstelmaatregelen. Daarom wordt er naast reguliere natuurmonitoring (SNL, NEM) gemonitord op procesindicatoren.
Om de 3 jaar worden de meest relevante indicatoren van herstel gemonitord (abiotiek, ruimtelijke verdeling, voorkomen van soorten of vegetatiesamenstelling). Zodoende kan al inzicht verkregen worden of de ontwikkeling de goede kant op gaat, als het einddoel (behoud/verbetering habitats, soorten) nog niet bereikt is.
Drie Natura 2000-gebieden Noord-Brabant
Aequator Groen & Ruimte heeft een monitoringsplan opgesteld voor de provincie Noord-Brabant voor de Natura 2000-gebieden Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen, Kampina & Oisterwijkse Vennen, Regte Heide & Riels Laag. Hierin staat welke procesindicatoren moeten worden gemeten, hoe en wanneer dat moet en wat de kosten daarvan zijn. De insteek van de provincie was om zo efficiënt en doelgericht mogelijk te monitoren Daarom is bestaande monitoring beoordeeld en is overlegd met de beheerders Natuurmonumenten en Brabants Landschap om zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande meetnetten. De locaties waar beheermaatregelen uitgevoerd zijn of worden zijn bezocht om tot een praktisch meetnet te komen. Dus geen onwerkbare bureauoplossingen. Het eindresultaat is geleverd in Excel en GIS, met een korte motivatie in een rapport. Zodoende is voor de komende jaren inzichtelijk wat er welk jaar, met welke reden gemonitord wordt, waar de meetpunten liggen en hoeveel een en ander kost.